Ons woonhuis ligt een eindje verderop en zit met zijn linkerzijkant vastgeklonken aan de achterkant van een rij loodsen, die toebehoren aan het bedrijf van van Wylick, later overgenomen door Hermans. Het laatste bedrijf, maar vooral de herrie die ze daar ook in het weekend produceren, werkt mijn moeder op haar zenuwen. Menigmaal heeft ze de eigenaar telefonisch te kennen gegeven dat de overlast de spuigaten uitloopt. Menigmaal belooft hij beterschap.
De toegangsdeuren van de loodsen liggen tegenover de ingang van het bedrijf van Lamers.
Daartussenin ontvouwt zich een grote, open, geasfalteerde binnenplaats waar genoeg
ruimte voor de vrachtauto’s is om te kunnen manoeuvreren. Zodra de werkdag erop zit,
de auto’s tot stilstand zijn gekomen en de werklui naar huis, is het speelterrein
voor de jongens uit de buurt. Van de hoog opgestapelde kisten die over het hele terrein
verspreid liggen, bouwen ze hutten. Bovendien zijn er genoeg schuilhoeken om stiekeme
afspraakjes met meisjes te maken en hun eerste sigaretten te roken. Langs de hele
muur die de lengte heeft van de Sloterbeekstraat tot ons huis, met de onderbreking
van de toegangspoort naar deze binnenplaats, loopt een smalle stoep. De stoep is
niet breed genoeg om er met z’n tweeën naast elkaar te lopen. Na ons huis maakt hij
zich wijd zodat er in één keer loop-
-